Wonen op kosten van de vennootschap… Soms wel, soms niet

  • door Sara Desmidt
  • 25 jan, 2022
De rechtspraak is niet eenduidig: als een vennootschap een woning in eigendom heeft, en deze woning enkel of vooral dient voor de huisvesting van de zaakvoerder, zijn de kosten verbonden aan die woning dan aftrekbaar? De rechtbank van Gent vond onlangs van niet, maar het hof van beroep van Gent vond op bijna hetzelfde moment van wel.

De Gentse rechtbank over niet één, maar twee woningen

Een man en een vrouw hebben een vennootschap, die zij zelf omschrijven als een vastgoedvennootschap. De vennootschap kwam tot stand na enkele fusies en had in de portefeuille een handelspand, een appartement in Knokke-Heist en een woning in Grembergen. In oktober 2014 verplaatst het koppel zijn domicilie van de woning in Grembergen, naar het appartement in Knokke-Heist, samen met de maatschappelijke zetel van de vennootschap. In maart 2015 wordt de woning in Grembergen vernietigd door een brand. De schadevergoeding levert een meerwaarde op. De vennootschap wil die tijdelijk vrijstellen. Dat kan als de vergoeding wederbelegd worden.

In 2017 krijgt de vennootschap een grondige controle over de aanslagjaren 2015 en 2016. Daarbij stelt de fiscus vast dat de onroerende goederen die aan de zaakvoerder ter beschikking worden gesteld, niet in het kader van de activiteiten werden aangewend. De kosten in verband met de woningen zijn dus niet aftrekbaar. De meerwaarde op de woning in Grembergen kan bovendien niet worden vrijgesteld omdat niet voldaan is aan de eerste voorwaarde voor die vrijstelling – dat is dat het goed gebruikt moet worden voor de beroepswerkzaamheid van de vennootschap. De meerwaarde is dus integraal belastbaar.

De Gentse rechter trekt meteen de kwalificatie van ‘vastgoedvennootschap’ in twijfel.
Er kan niet ontkend worden dat er onroerende goederen in de vennootschap zitten, maar de rechtbank lijkt de vennootschap toch eerder als een patrimoniumvennootschap te beschouwen (dus als een vennootschap voor het beheer van het eigen vermogen), in plaats van als een vastgoedvennootschap (dat is een vennootschap die handelt in onroerende goederen).

De rechtbank concludeert dat het feit dat de vennootschap geregistreerd staat als een vastgoedvennootschap, nog niet betekent dat de kosten van de twee onroerende goederen bij wijze van automatisme als aftrekbare beroepskosten moeten worden beschouwd.

Het koppel bevestigt dat ze de woningen zelf gebruikt, maar het is de bedoeling om ze op termijn te verkopen en dan zouden ze een meerwaarde opleveren.

Maar zo’n theoretische overweging overtuigt de rechtbank niet: het feit dat de gebouwen ooit een meerwaarde zullen opleveren, wordt niet afdoende aangetoond. En zelfs als ze een meerwaarde zouden opleveren, dan is op vandaag niet voldaan aan de voorwaarde voor de aftrekbaarheid, vermits de meerwaarde vandaag geen vaststaand gegeven is.

Wat dan met de bezoldigingstheorie?
Volgens die theorie kan een vennootschap de kosten om een voordeel van alle aard toe te kennen aan haar bestuurder uit hoofde van het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid binnen die vennootschap, kwalificeren als aftrekbare beroepskosten.
Dat is hier ook effectief het geval: de zaakvoerder geniet een belastbaar voordeel via de gratis woonst.

Wat bleek echter? De zaakvoerder betaalde een eigen bijdrage voor de woning. Die eigen bijdrage werd geboekt op het debet van zijn rekening-courant. De bijdrage kwam exact overeen met het bedrag van het voordeel, waardoor de zaakvoerder in de praktijk geen belasting moest betalen.

Volgens de rechtbank leidt de fiscus daaruit terecht af dat de voordelen niet als een bezoldiging kunnen worden beschouwd, vermits het equivalent van het voordeel volledig werd geboekt en de zaakvoerder dit voordeel dus dient terug te betalen.
De bezoldigingstheorie is dus niet van toepassing.

Het hof van beroep over een villa met zwembad

De zaak voor het Gentse Hof van Beroep betrof een villa met zwembad en poolhouse, in handen van een managementvennootschap. De vennootschap gebruikte het gebouw zelf voor 20%. De rest van de tijd werd het gebouw ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider, die op het voordeel belastingen betaalde.

De vennootschap beroept zich op de hogervermelde bezoldigingstheorie om de kosten verbonden aan de woning voor 100% in aftrek te brengen.

De fiscus verwerpt de aftrek en argumenteert dat de terbeschikkingstelling niet bedoeld is om de bedrijfsleider te vergoeden voor zijn prestaties in de vennootschap. De bedrijfsleider ontving ook een vergoeding in geld en in het contract werd nergens melding gemaakt van de woning als vergoeding voor prestaties. Maar de bedrijfsleider verwijst naar de notulen van de algemene vergadering waarin wel uitdrukkelijk vermeld wordt dat de zaakvoerder als bezoldiging voor de uitoefening van zijn mandaat zowel een periodiek loon in speciën krijgt, als voordelen in natura m.b.t. het privégebruik van de woning.

De fiscus wijst ook nog op de disproportionaliteit tussen het bedrag van het belastbare voordeel en het bedrag van de kosten. Maar dat argument wordt zelden of nooit aanvaard: dat het belastbaar voordeel veel kleiner is dan de werkelijke waarde van het voordeel heeft te maken met de forfaitaire waardering die wordt opgelegd door de fiscus zelf.

Ten slotte verwerpt het Hof ook het argument dat de werkelijke waarde van het voordeel bijzonder groot is. Dat is een opportuniteitsoordeel. Het Hof stelt vast dat er slechts één zaakvoerder en aandeelhouder is. Geen personeel. De vennootschap heeft dankzij die zaakvoerder een aanzienlijk inkomen en een vennootschap mag een aanzienlijk loon toekennen aan haar bedrijfsleider.

Het verschil?

Het arrest van het Gentse Hof van Beroep toont aan dat een woning in een vennootschap – met alle fiscale voordelen daarvan – nog wel kan. Het vonnis van de Gentse rechtbank toont dan weer aan dat het altijd een dubbeltje op zijn kant is.

Het voornaamste verschil tussen beide rechtszaken lijkt te liggen in de vraag in welke mate de gratis woonst een alternatieve bezoldiging is. Er moet sprake zijn van een reden voor de vergoeding. Dat lijkt in het arrest van het Hof het geval te zijn, in het vonnis van de rechtbank is dat veel minder zo. Maar feit is dat wie het onderste uit de kan wil halen, weerstand zal krijgen van de fiscus. En dan kan het lang duren...

door Sarah Desmidt 6 februari 2025
Om kmo's te ondersteunen bij het verzamelen en delen van hun duurzaamheidsgegevens, lanceren Febelfin en Isabel een innovatief digitaal platform. Dit platform biedt een uniforme, veilige en eenvoudige manier om ESG-gegevens (Environmental, Social & Governance) te rapporteren.
door Sarah Desmidt 5 februari 2025
Veel ondernemers denken dat een lage prijs hun een concurrentievoordeel geeft. Maar wist je dat te goedkoop zijn net het tegenovergestelde effect kan hebben? Klanten associëren prijs vaak met kwaliteit. Een te lage prijs kan argwaan wekken: “Wat is er mis met dit product?” of “Waarom is deze dienst zo goedkoop?”
door Sarah Sara Desmidt 17 januari 2025
Een nieuwe locatie kiezen voor een bedrijfsmagazijn is een strategische beslissing die directe impact heeft op de efficiëntie en groei van je onderneming. Het juiste magazijn zorgt niet alleen voor een betere logistiek, maar helpt ook kosten te besparen en je klanten sneller te bedienen.
door Sarah Desmidt 15 januari 2025
De VSME-standaard, een nieuw vrijwillig raamwerk voor duurzaamheidsrapportering, wordt in 2025 officieel gelanceerd. Deze tool is speciaal ontworpen om kmo’s te ondersteunen bij het rapporteren van hun duurzaamheidsinspanningen.
door Sara Desmidt 20 september 2024

Uit een onderzoek van SD Worx blijkt dat ongeveer de helft van de Belgische kmo’s bedrijfswagens aanbiedt aan hun medewerkers. Deze voertuigen worden vooral ingezet als functiewagens, voornamelijk voor het bezoeken van klanten. Bedrijven met minder dan drie wagens vormen de meerderheid, maar grotere organisaties hebben er vaak meer. Vooral in Brussel en Wallonië worden bedrijfswagens vaker ingezet voor klantenbezoek.

De kosten voor het beschikbaar stellen van bedrijfswagens zijn de afgelopen drie jaar met gemiddeld 30% gestegen, vooral door hogere leasekosten van elektrische wagens. Ondanks deze inspanningen om het wagenpark milieuvriendelijker te maken, blijft het aandeel elektrische en hybride voertuigen stabiel. Momenteel bestaat 14% van de bedrijfswagens uit elektrische voertuigen en 28% uit hybride, terwijl de meerderheid nog steeds fossiele brandstoffen gebruikt. Kmo's verwachten echter niet dat dit aandeel op korte termijn veel zal toenemen.

door Sara Desmidt 12 september 2024
Vanaf 1 januari 2025 wijzigt de quasi-immuniteit van hulppersonen, zoals freelancers en onderaannemers. Wat moet je als ondernemer hierover weten?
door Sara Desmidt 6 september 2024
In een onderneming die nieuwe klanten aantrekt, extra omzet genereert en nieuwe medewerkers aanwerft, moet u als werkgever rekening houden met bijkomende verplichtingen. We zetten de belangrijkste actiepunten op een rijtje.
door Sara Desmidt 4 september 2024
De Europese Unie zet met de Richtlijn 2023/970 een belangrijke stap in de richting van gelijke verloning voor mannen en vrouwen. Verloningstransparantie en handhavingsmechanismen om de loonkloof te dichten staan centraal. Voor ondernemers betekent dit een aantal nieuwe verplichtingen en kansen binnen het kader van ESG (Environmental, Social, Governance).
door Sara Desmidt 4 september 2024
Hoe benut jouw accountant het volledige potentieel van zijn kantoor? Hoe rendabel is elke klant waaraan hij en zijn medewerkers diensten verlenen? Rentabiliteitsrapportages zijn hier een belangrijke tool.
door Sara Desmidt 4 september 2024
De CSRD-richtlijn verplicht bedrijven om vanaf 2024 te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Jammer genoeg haalde de Belgische overheid de deadline niet om deze richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.
Show More